zondag, augustus 20, 2006

Archeologie langs de Mandelstraat, Roeselare - Rumbeke

Vanaf november 2005 tot en met juli 2006 vond uitgebreid archeologisch onderzoek plaats op een toekomstig bedrijventerrein langs de Mandelstraat te Rumbeke (Roeselare). Het betrof hier fase 1, waarbij het noordoostelijke terrein werd aangepakt. Momenteel worden volop de voorbereidingen getroffen om de rest van het terrein in een tweede fase te kunnen onderzoeken.

De opgraving werd mogelijk dankzij de inzet van een hele rits partners. Eerst en vooral het stadsbestuur van Roeselare, dat instond voor de personeelskosten en technische bijstand. Vervolgens voorzagen het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) en het Agentschap R-O Vlaanderen, Entiteit Onroerend Erfgoed (voorheen M&L) van de Vlaamse Gemeenschap in materiële, personele en wetenschappelijke ondersteuning. Het gebruik van de graafmachine tot slot, werd door de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) voor haar rekening genomen. Daarnaast kon gerekend worden op heel wat vrijwilligers en studenten archeologie.

Het archeologisch onderzoek nam een start met het uitgraven van proefsleuven op het volledige terrein. Op basis van de archeologische vondsten uit dit proefonderzoek kon het terrein in 3 zones verdeeld worden. Zones 1 en 2 bleken veelbelovende overblijfselen uit het verleden te bevatten, terwijl zone 3 duidelijk minder rijk was aan archeologische sporen. Daarom werd besloten zone 3 enkel te verkennen door het aanleggen van enkele kleine onderzoeksvlakken en zones 1 en 2 wel uitvoerig op te graven.

Men voorzag oorspronkelijk het archeologisch onderzoek van fase 1 eind april te kunnen afronden. De planning werd echter gedwarsboomd door een erg barre winter en daardoor duurde de opgraving tot eind juli.

Een eerste blik op de resultaten van de opgraving leert dat de overblijfselen hoofdzakelijk uit drie welbepaalde tijdperken stammen: de bronstijd, de karolingische periode en de volle middeleeuwen.

grondplan zone 1 waar de meeste sporen werden aangetroffen

De bronstijd

Op het terrein langs de Mandelstraat werd in de loop van de bronstijd een grafmonument aangelegd. Men koos daarvoor de rand van een natuurlijke zandrug uit, die reeds een blikvanger in het landschap vormde. Het monument bestond oorspronkelijk uit een opgeworpen grafheuvel waaronder de crematieresten van de overledene in een urne werden begraven. Aan de voet van het weinig hoge heuvellichaam was een cirkelvormige, droge gracht gegraven. De diameter bedroeg ongeveer 16m en in het noorden bevond zich een uitzonderlijke onderbreking. Als gevolg van erosie en eeuwenlange landbouwactiviteiten verdween de heuvel geleidelijk aan en raakte de gracht opgevuld. In Rumbeke kon daarom enkel de gracht nog aangetoond worden.

overzichtsfoto met de grafcirkel

Alleen al over West- en Oost-Vlaanderen verspreid, zijn dankzij luchtfoto’s ongeveer een duizental dergelijke grafmonumenten gekend. Ze horen voornamelijk thuis in de vroege- en midden-bronstijd (2000 – 1200 v. Chr.).

De karolingische periode

Tijdens de vroege middeleeuwen, hoogstwaarschijnlijk in de karolingische periode (800 – 1000 n. Chr.), werd de site bewoond. Uit een kluwen aan paalkuilen kon voorlopig minstens één huisplattegrond worden afgeleid (20-25m lang bij 8-10m breed, noord-zuid gericht). Het zou zelfs kunnen gaan om een zogenaamd woonstalhuis, bestemd voor zowel bewoning als het stallen van het vee tijdens de wintermaanden.

Verder werden vlakbij aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van ten minste 3 zogenaamde spijkers, voorraadschuurtjes met een verheven vloer die op 4 of 6 palen rustte. Deze constructies moesten de opgeslagen goederen van ongedierte en optrekkend vocht vrijwaren.

Iets van de gebouwen afgelegen, werden niet minder dan 4 waterputten opgegraven. Vermoedelijk was gedurende de bewoning van het terrein telkens slechts één exemplaar in gebruik en werd na verloop van tijd een oude put door een nieuwe vervangen. Onderaan deze putten bleef tot op vandaag een deel van de vierkante, houten beschoeiing bewaard.

één van de vier waterputten

Een laatste constructie, een zogenaamde hutkom, bevond zich ook iets van het woonstalhuis verwijderd. Deze hutkom (4m lang bij 3,5m breed) bestond een verzonken vloertje dat was afgedekt. De functie ervan wordt meestal in de artisanale sfeer geplaatst: in deze ruimte werd dan bijvoorbeeld hoofdzakelijk geweven, gesponnen, …

Tot slot werd op enige afstand ook nog een gracht blootgelegd die voorlopig eveneens van karolingische datum lijkt te zijn.

Het archeologisch onderzoek biedt dus een zeldzaam heldere blik op een uitgebreid woonerf. Centraal bevindt zich het woonstalhuis dat aan mens en dier een onderkomen biedt, op enige afstand situeren zich enkele waterputten voor de watervoorziening en een werkruimte en nog wat verder een gracht die wijst op percelering en/of afwatering van het omliggende land.

De volle middeleeuwen

Uit de volle middeleeuwen (1100 – 1300 n. Chr.) stammen een reeks paalkuilen en enkele zwarte tot grijze vlekken met heel wat houtskool, houtfragmentjes, aardewerk en bouwfragmenten. Dit geheel wordt voorlopig beschouwd als een vermoedelijk woonhuis, mogelijk voorzien van een potstal. Dit is een verdiepte zone waar opnieuw het vee kan worden gestald en waar ook de mest wordt verzameld om op de akkers te worden uitgevoerd.

Daarnaast werd nog een aanzienlijke groep paalkuilen aangetroffen die mogelijk verband houden met de hierboven vermelde woning, maar waaruit moeilijk een plattegrond op te maken valt.

Her en der op de opgraving komen grachten of greppels voor die hoogstwaarschijnlijk evenzeer in de volle middeleeuwen thuishoren. Ze worden voorlopig als een soort perceleringssysteem beschouwd dat het vermoedelijk woonhuis begrenst.

Tot hier een beknopt overzicht van de belangrijkste resultaten bij het afronden van het terreinwerk van fase 1. Verwacht wordt dat de verdere studie van de talrijke opgravingsgegevens nog tot de nodige aanvullingen en eventueel het bijsturen van bepaalde interpretaties zal leiden. De nodige voorzichtigheid bij het beschouwen van dit overzicht is dus aangeraden.

Frederik Demeyere
Projectarcheoloog Stad Roeselare
0486 95 41 37
Frederik.Demeyere@telenet.be

Wouter Lammens
Archeologisch tekenaar Stad Roeselare
Wouter.Lammens@telenet.be

1 opmerking:

Anoniem zei

leest gemakkelijk en zeer informatief, de moeite waard !!